BasisBijbel

Deuteronomium 19:1-11 BasisBijbel (BB)

1. Jullie Heer God gaat de volken vernietigen die nu in het land wonen. Jullie gaan hun gebied veroveren en in hun steden en huizen wonen.

2. Wanneer jullie daar wonen, moeten jullie drie steden apart houden.

3. Verdeel het land in drie stukken en wijs in elk stuk een vrijstad aan. Iemand die per ongeluk iemand anders heeft gedood, kan daarheen vluchten. Verdeel de vrijsteden zó over het land, dat de afstand tot een vrijstad overal ongeveer even groot is.

4. Als iemand per ongeluk iemand anders heeft gedood (dus niet omdat hij hem haatte), mag hij naar die vrijstad vluchten om in leven te blijven.

5. Ik zal jullie een voorbeeld geven. Stel dat je met iemand in het bos hout gaat hakken. Je zwaait je bijl om een boom om te hakken. Het ijzer schiet los van de steel en het raakt de andere man, zodat hij wordt gedood. In zo’n geval kun je naar één van die steden vluchten en in leven blijven.

6. Als de afstand naar de stad te groot is, zou de man die wraak komt nemen voor de dood van die ander, je kunnen inhalen. En dan zou hij je doden, ook al heb je de doodstraf niet verdiend omdat je niet uit haat hebt gedood. [ Het was een ongeluk. ]

7. Daarom moeten jullie drie steden apart houden.

8. Op een gegeven moment zal de Heer God jullie land groter maken, zoals Hij aan jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft beloofd. Hij zal jullie het hele land geven dat Hij aan jullie voorvaders beloofd heeft.

9. Maar dan moeten jullie je wel precies houden aan alles wat ik jullie nu zeg. Jullie moeten van de Heer God houden en altijd leven zoals Hij het wil. Als jullie land dan groter wordt, moeten jullie nóg drie steden aanwijzen.

10. Want anders zouden er onschuldige mensen worden gedood in het land dat de Heer God jullie gaat geven [ doordat de afstand tot een vrijstad te groot is ]. Dan zouden jullie schuldig zijn aan hun dood.

11. Maar als iemand een ander expres doodt en dan naar één van deze steden vlucht,