BasisBijbel

Daniël 8:2-8 BasisBijbel (BB)

2. In die droom zag ik dat ik in de [ buurt van de ] burcht Suzan was. Suzan ligt in de provincie Elam. Ik stond bij de rivier de Ulai.

3. Ik zag plotseling een mannetjes-schaap bij de rivier staan. Het dier kreeg twee lange horens, maar de ene hoorn werd langer dan de andere. Die langste hoorn groeide later uit zijn kop dan de andere hoorn.

4. Ik zag het dier met zijn horens stoten in de richting van [ de dieren in ] het westen, het noorden en het zuiden. Geen enkel dier kon tegen hem op. Het was sterker dan alle andere dieren en het kon doen wat het wilde. Niemand kon uit zijn macht worden gered. Het werd steeds machtiger.

5. Terwijl ik hier nog over nadacht, zag ik plotseling een geitenbok uit het westen komen. Hij kwam over de aarde aanrennen zonder de grond aan te raken. Hij had één grote hoorn op zijn voorhoofd.

6. Hij draafde naar het schaap met de twee horens dat ik bij de rivier had zien staan. Hij stormde met kracht op hem af.

7. Toen hij vlakbij was, stootte hij woedend toe en brak de twee horens van het schaap. Het schaap met de twee horens kon niet tegen hem op. De bok met de ene hoorn gooide hem tegen de grond en vertrapte hem. Niemand kon het schaap nog redden.

8. De bok met de ene hoorn werd steeds machtiger. Maar toen hij heel erg machtig was geworden, brak de grote hoorn plotseling af. Daarvoor in de plaats ontstonden vier grote horens die in de richting van de vier windstreken wezen.