BasisBijbel

Daniël 7:11-22 BasisBijbel (BB)

11. Ik hoorde hoe de hoorn vreselijk stond op te scheppen en allerlei dingen zei die God beledigen. En ik zag dat het beest [ daarom ] werd gedood. Zijn lichaam werd verbrand, want het werd in het vuur gegooid.

12. Ook de andere beesten werd hun macht afgenomen, maar ze mochten nog een bepaalde korte tijd blijven leven.

13. In mijn droom bleef ik kijken. Toen zag ik op de wolken van de hemel Iemand komen die er uitzag als een mens. Hij ging naar Hem die er al eeuwen is en ging vóór Hem staan.

14. Hij kreeg de macht en de eer: Hij werd voor eeuwig Koning. Zijn Koninkrijk zal nooit ophouden te bestaan, want het kan niet worden vernietigd.

15. Ik was erg geschokt door alles wat ik zag. Het maakte mij bang.

16. In mijn droom liep ik naar één van de personen die daar waren. Ik vroeg hem wat dit allemaal betekende. Hij legde me alles uit.

17. Hij zei: "De vier grote beesten zijn vier aardse koninkrijken.

18. Maar het volk van God zal het Koninkrijk ontvangen. Het Koninkrijk zal van hen zijn en zij zullen heersen, voor altijd en eeuwig."

19. Toen wilde ik weten wat het vierde beest betekende, dat zo anders was dan de andere drie beesten. Want dat beest was vreselijk angstaanjagend. Want het had ijzeren tanden en koperen klauwen. En het verslond en vermaalde, en vertrapte met zijn poten wat er overbleef.

20. Ook wilde ik weten wat die tien horens op zijn kop betekenden. En wat er bedoeld werd met de kleine hoorn die drie andere horens eruit drukte. Dat was de hoorn die machtiger werd dan de andere horens. Ook had die hoorn ogen, en een mond waarmee hij stond op te scheppen en dingen zei die God beledigen.

21. Ik zag dat die hoorn streed tegen het volk van God en hen overwon.

22. Toen kwam Hij die er al eeuwen is en sprak recht over het beest. Hij redde het volk van God. Daarna kreeg Gods volk het koningschap.