BasisBijbel

Daniël 2:9-15 BasisBijbel (BB)

9. Als jullie mij niet mijn droom vertellen, zullen jullie allemaal dezelfde straf krijgen. Daarom bedriegen jullie mij. Jullie hebben met elkaar afgesproken daarmee tijd te winnen, totdat ik van gedachten verander. Maar júllie moeten mij de droom vertellen. Dan weet ik zeker dat jullie hem ook kunnen uitleggen."

10. Ze antwoordden: "Geen mens op aarde kan doen wat u heeft gevraagd, mijn heer de koning. Daarom heeft ook geen enkele koning, hoe groot en machtig hij ook was, ooit zoiets van een geleerde of tovenaar, waarzegger of wijze gevraagd.

11. Wat u vraagt is te moeilijk, mijn heer de koning. Niemand kan u dat vertellen. Alleen de goden kunnen het u vertellen, maar zij zijn niet bij de mensen."

12. Toen werd de koning woedend. Hij gaf het bevel alle wijze mannen van Babel te doden.

13. De wet werd bekend gemaakt en men begon de wijze mannen te doden. Ook Daniël en zijn vrienden werden gezocht en hun leven kwam in gevaar.

14. Arioch, de aanvoerder van de lijfwacht van de koning, had de opdracht gekregen om alle wijze mannen van Babel te doden. Daniël ging naar hem toe en dacht goed na wat hij moest zeggen.

15. Hij vroeg hem: "Waarom heeft de koning plotseling dit verschrikkelijke bevel gegeven?" Arioch vertelde hem wat er was gebeurd.