BasisBijbel

Daniël 11:4-10 BasisBijbel (BB)

4. Maar als hij nog maar pas aan de macht is, zal zijn koninkrijk in stukken worden gebroken. Het zal in vier delen verdeeld worden, maar niet aan zijn zonen. Ook zullen ze niet zo machtig zijn als zijn koninkrijk vroeger was. Want zijn koninkrijk zal uit elkaar gescheurd worden en aan mannen gegeven worden die niet zullen zijn zoals hij.

5. Dan zal de koning van het Zuiden machtig worden. Maar één van de [ vier ] koningen zal nog machtiger worden dan hij. Hij zal een machtig heerser worden.

6. Na een aantal jaren zal de koning van het Zuiden een verbond sluiten met de koning van het Noorden : hij laat zijn dochter met de koning van het Noorden trouwen. Maar zij zal haar macht verliezen. Ook haar vader zal zijn macht kwijtraken. Hij zal zelfs zijn leven verliezen. En zij zal worden vermoord, met alle mensen die met haar meegingen naar het noorden. Ook hij die namens haar vader toezicht op haar hield en die haar hielp, zal worden vermoord.

7. Maar uit haar familie zal iemand anders koning worden. Hij zal snel machtig worden. Hij zal met zijn leger optrekken tegen de koning van het Noorden. Hij zal zijn burcht veroveren en binnentrekken.

8. Hij zal hun gouden godenbeelden en alle kostbare voorwerpen van goud en zilver als buit meenemen naar Egypte. Ook zal hij de godenbeelden terugbrengen die eerder door de koning van het Noorden als buit uit Egypte waren meegenomen naar het Noorden. Daarna zal hij een aantal jaren de macht hebben over de koning van het Noorden en niet tegen hem strijden.

9. Daarna zal de koning van het Noorden de koning van het Zuiden aanvallen. Maar hij zal naar zijn land terug moeten trekken.

10. Daarna zullen de zonen van de koning van het Noorden een enorm leger verzamelen voor de strijd. Dat leger zal snel oprukken tegen de koning van het Zuiden. Het zal als een vloedgolf over het land spoelen. Bij een tweede aanval bereikt het de burcht.