BasisBijbel

Daniël 11:18-29 BasisBijbel (BB)

18. Dan zal de koning van het Noorden de strijd aanbinden met de landen langs de kust. Hij zal er een heel aantal van veroveren. Maar een aanvoerder zal uiteindelijk een einde maken aan zijn brutale veroveringen. Maar die aanvoerder zal zich niet kunnen wreken voor het brutale gedrag van de koning van het Noorden.

19. Daarna zal de koning van het Noorden teruggaan naar de burchten van zijn eigen land. Maar hij zal worden gedood en niemand zal nog van hem horen.

20. Hij zal worden opgevolgd door een koning die aldoor een belastingophaler zal rondsturen om zoveel mogelijk geld voor hem op te halen. Maar de koning zal na korte tijd worden gedood. Maar niet in een gevecht, en ook niet in de oorlog.

21. Na hem zal er een slecht mens aan de macht komen, maar hij zal geen koning zijn. Hij zal zijn kans afwachten en dan met bedrog en sluwheid aan de macht weten te komen.

22. Grote legers die het hele land als een rivier overspoelen, zal hij weten te vernietigen. Ook de heerser van het verbond zal hij vernietigen.

23. Iedereen met wie hij een verbond sluit, zal door hem worden bedrogen. Zo zal hij steeds machtiger worden, ook al heeft hij maar weinig aanhangers.

24. Hij zal zijn kans afwachten en dan de rijkste streken van zijn gebied plunderen. En hij zal iets doen wat geen één van zijn voorvaders ooit heeft gedaan: hij zal de rijke buit verdelen onder zijn aanhangers. Ook zal hij plannen smeden om de ommuurde steden te veroveren. Maar dat zal hij maar een beperkte tijd kunnen doen.

25. Dan zal hij met al zijn kracht en inspanning de koning van het Zuiden aanvallen met een groot leger. En de koning van het Zuiden zal een enorm groot leger verzamelen om tegen hem te strijden. Maar hij zal niet winnen: hij verliest door samenzweringen tegen hem.

26. Want zijn eigen vrienden zullen hem verraden en zijn leger zal volledig worden vernietigd. Er zullen veel doden vallen.

27. En die twee koningen zullen allebei proberen de ander te bedriegen. Ze zullen allebei doen alsof ze een verbond willen sluiten. Ze zullen aan één tafel zitten en met elkaar overleggen, maar intussen proberen ze elkaar te bedriegen. Maar hun plannen zullen mislukken. Want de tijd die God heeft bepaald, is nog niet gekomen.

28. De koning van het Noorden zal met een grote buit naar zijn land teruggaan. Hij zal een vijand zijn van het land dat een verbond met God heeft. Daarom zal hij vreselijke dingen doen. Daarna zal hij teruggaan naar zijn land.

29. Op een bepaald moment zal hij opnieuw het Zuiden aanvallen. Maar deze keer zal het niet zo gaan als de vorige keer.