BasisBijbel

Daniël 10:7-14 BasisBijbel (BB)

7. Alleen ik, Daniël, zag Hem. De mannen die bij mij waren zagen Hem niet. Ze voelden wel dat er iets bijzonders gebeurde. Ze werden heel erg bang en vluchtten weg om zich te verbergen.

8. Zo bleef ik alleen achter toen ik deze belangrijke, indrukwekkende dingen zag. Toen ik de Man zag, had ik helemaal geen kracht meer. Ik werd doodsbleek en voelde me helemaal slap worden.

9. Toen hoorde ik Hem spreken. Zodra ik zijn stem hoorde, viel ik flauw. Ik viel met mijn gezicht op de grond.

10. Toen raakte een hand mij aan. Ik kwam op handen en knieën overeind.

11. De Man zei tegen mij: "Daniël, vriend, let nu goed op wat Ik zeg. Kom overeind. Want Ik ben naar jou toe gestuurd." Toen kwam ik bevend overeind.

12. Hij zei: "Je hoeft niet bang te zijn, Daniël. Vanaf de dag dat je probeerde alles te begrijpen en dat je tot God hebt gebeden, heeft Hij je woorden gehoord. Na jouw gebed ging Ik onmiddellijk naar je op weg.

13. Maar de heerser van Perzië hield Mij 21 dagen tegen. Toen kwam Michaël, één van de belangrijkste engelen, naar Mij toe. Hij kwam Mij helpen omdat Ik werd tegengehouden door de heersers van Perzië.

14. Nu ben Ik naar je toe gekomen om je te vertellen wat er in de verre toekomst met je volk zal gebeuren. Want het zal over de verre toekomst gaan."