BasisBijbel

Daniël 10:16-20 BasisBijbel (BB)

16. Hij die er uitzag als een mens raakte mijn mond aan. Toen kon ik weer spreken. Ik zei tegen Hem die vóór mij stond: "Wat ik heb gezien doet mij veel pijn en verdriet, Heer. Ik voel me er ziek van.

17. Hoe kan ik met U spreken, Heer? Ik heb nu helemaal geen kracht meer. Ik kan zelfs nauwelijks nog ademhalen."

18. Toen raakte Hij die er uitzag als een mens mij opnieuw aan en gaf mij kracht.

19. Hij zei: "Je hoeft niet bang te zijn, vriend, Ik wens je vrede toe. Wees sterk! Wees sterk!" Toen Hij dat zei, kwam mijn kracht in mij terug. En ik zei: "Spreek verder, Heer, want ik heb weer kracht gekregen."

20. Toen zei Hij: "Weet je waarom Ik naar je toe ben gekomen? Maar nu moet Ik onmiddellijk teruggaan om tegen de heerser van Perzië te strijden. Zodra Ik vertrek, zal de heerser van Griekenland komen.