BasisBijbel

Amos 5:8-21 BasisBijbel (BB)

8. Hij die de sterren aan de hemel heeft gezet, Hij die het diepe duister van de nacht verandert in ochtendlicht, Hij die de dag verandert in nacht, Hij die het water van de zee verandert in regen voor het land – is de Heer.

9. Hij is het ook die de machtige neerslaat en zijn sterke stad verwoest.

10. Want jullie haten de mensen die eerlijke rechtspraak willen. Jullie haten mensen die de waarheid spreken.

11. Jullie zijn slecht voor de arme mensen. Jullie dwingen hen om veel graan [ als belasting ] aan jullie te betalen. Jullie hebben zo wel mooie stenen huizen gebouwd, maar jullie zullen er niet in wonen. Jullie hebben wel prachtige wijngaarden geplant, maar jullie zullen er geen wijn van drinken.

12. Want Ik weet alle slechte dingen die jullie hebben gedaan. Jullie bedreigen eerlijke mensen. Jullie laten je omkopen. Jullie doen niets voor de arme mensen.

13. Wie verstandig is, houdt er zijn mond over. Het is te gevaarlijk om er iets van te zeggen.

14. Jullie zéggen wel dat de Heer met jullie is. Maar dan moeten jullie het goede doen, en niet het kwade. Dan zullen jullie leven. Dan zal de Heer wérkelijk met jullie zijn, zoals jullie zeggen.

15. Haat het kwaad, en doe het goede. Spreek eerlijk recht. Misschien zal God, de Heer van de hemelse legers, dan genade hebben met wat er nog van Israël is overgebleven.

16. De Heer, de God van de hemelse legers, zegt: Op alle pleinen zal verdriet zijn. In alle straten zullen de mensen huilen! De boerenknechten zullen geroepen worden om [ over de doden ] te klagen, omdat er niet genoeg klaagvrouwen zullen zijn.

17. In alle wijngaarden zal worden getreurd en gehuild wanneer Ik kom om jullie te straffen, zegt de Heer.

18. Sommige mensen verlangen naar de dag dat de Heer rechtspreekt. Maar waarom? Want wat zal die dag jullie brengen? Het zal een dag van diepe duisternis zijn, en geen dag van licht!

19. Het zal zijn alsof je vlucht voor een leeuw, maar dan wordt overvallen door een beer. En als je dan je huis in komt en tegen de muur leunt, word je gebeten door een slang.

20. Het zal een dag van diepe duisternis zijn, en geen dag van licht! Het zal donker zijn, zonder één enkel straaltje licht.

21. [ De Heer zegt: ] Ik haat de feesten die jullie voor Mij vieren. Ik kan die bijeenkomsten niet meer zíen.