BasisBijbel

2 Timoteüs 4:7-14 BasisBijbel (BB)

7. Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de wedstrijd uitgelopen. Ik heb het geloof vastgehouden.

8. Mijn beloning ligt voor mij klaar. Op de grote dag zal de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij die beloning geven. En niet alleen aan mij, maar ook aan alle andere mensen die vol verwachting hebben uitgekeken naar zijn komst.

9. Doe je best om gauw naar me toe te komen.

10. Want Demas heeft me in de steek gelaten. Hij hield meer van de wereld [ dan van de Heer ]. Hij is naar Tessalonika vertrokken. Krescens is naar Galatië vertrokken. Titus naar Dalmatië.

11. Alleen Lukas is nog bij mij. Haal Markus op en breng hem mee, want hij kan veel voor me doen.

12. Tychikus heb ik naar Efeze gestuurd.

13. Als je komt, wil je dan de mantel meebrengen die ik in Troas bij Karpus heb laten liggen? Breng alsjeblieft ook de boekrollen mee, en vooral de perkamenten.

14. De kopersmid Alexander heeft mij veel kwaad gedaan. De Heer zal hem daarvoor straffen.