BasisBijbel

2 Samuel 7:14-20 BasisBijbel (BB)

14. Ik zal zijn Vader zijn en hij zal mijn zoon zijn. Als hij slechte dingen doet, zal Ik andere mensen gebruiken om hem ook als een vader te bestraffen.

15. Maar Ik zal hem nooit verlaten, zoals Ik Saul heb verlaten. Saul heb Ik vervangen door jou.

16. Jouw familie en jouw koningschap zullen altijd blijven bestaan. Altijd zal één van jouw zonen koning zijn."

17. En Natan zei dit tegen David, precies zoals hij het van God had gehoord.

18. Toen ging koning David de tent binnen. Hij knielde neer voor de Heer en zei: "Heer, U heeft zóveel voor mij gedaan! Mijn familie en ik hebben dat helemaal niet verdiend!

19. En U vond dit nog niet eens genoeg, Heer. Daarom heeft U tegen mij ook gesproken over de verre toekomst. En wat U zegt, gebeurt.

20. Wat kan ik nog tegen U zeggen? U kent mij, Heer.