BasisBijbel

2 Samuel 3:30-39 BasisBijbel (BB)

30. Zo hebben Joab en zijn broer Abisaï Abner gedood, omdat hij hun broer Asaël bij Gibeon in de strijd had gedood.

31. David zei tegen Joab en zijn mannen: "Scheur je kleren [ als teken van verdriet ], doe rouwkleren aan en loop huilend voor de draagbaar van Abner uit." Koning David liep achter de draagbaar aan.

32. Toen Abner in Hebron begraven werd, huilde de koning luid bij het graf van Abner. En het hele volk treurde mee.

33. De koning zong dit treurlied over Abner:

34. Je handen waren niet gebonden,je voeten waren niet geboeid.Je bent laf vermoord,zoals iemand die gedood wordt door schurken."Daar werd iedereen nog bedroefder van.

35. Daarna zeiden de mannen van David dat hij iets moest eten. Maar David zwoer: "Ik zweer bij de Heer dat ik tot zonsondergang helemaal niets zal eten."

36. Ze vonden dat een goed antwoord. Ze vonden alles goed wat de koning deed.

37. En zo begreep iedereen in Israël dat de moord op Abner niet door de koning beraamd was.

38. De koning zei tegen zijn dienaren: "Begrijpen jullie wel dat er vandaag een groot man is gestorven in Israël? Abner was een held!

39. Ik ben wel de koning, maar ik heb nog niet genoeg macht om Joab en Abisaï hiervoor te straffen. Zij hebben op dit moment meer macht dan ik. Maar de Heer zal hen ervoor straffen."