BasisBijbel

2 Samuel 3:16-27 BasisBijbel (BB)

16. Haar man liep huilend met haar mee tot ze bij Bahurim kwamen. Daar zei Abner tegen hem: "Ga weg, ga naar huis." Toen ging hij terug.

17. Abner overlegde met de leiders van Israël en zei: "Jullie willen al heel lang dat David jullie koning wordt.

18. Dit is het moment daarvoor. Want de Heer heeft van David gezegd: 'Door mijn dienaar David zal Ik mijn volk Israël bevrijden van de Filistijnen en van al zijn vijanden.' "

19. Ook sprak Abner met de leiders van de stam van Benjamin. Daarna ging hij David in Hebron zelf vertellen wat Israël en de stam van Benjamin hadden besloten.

20. Hij nam 20 mannen mee naar Hebron. David maakte een feestmaaltijd voor hen klaar.

21. Abner zei tegen David: "Ik zal ervoor zorgen dat heel Israël een verbond met u zal sluiten, mijn heer de koning. Dan zult u koning worden over het hele land, zoals u graag wil." Toen liet David Abner weer in vrede vertrekken.

22. Kort daarna kwam Davids legeraanvoerder Joab met zijn mannen terug van een plundertocht. Ze brachten een grote buit mee. Abner was op dat moment al uit Hebron vertrokken, want David had hem laten gaan.

23. Toen Joab met zijn leger terugkwam, hoorde hij dat Abner bij de koning was geweest. Hij was woedend dat David hem in vrede had laten vertrekken.

24. Hij ging naar de koning en zei: "Wat heeft u gedaan? Abner is bij u geweest! Waarom heeft u hem zomaar laten vertrekken?

25. U kent Abner! Hij is een bedrieger! Hij is gekomen om te weten te komen wat u doet en wat uw plannen zijn!"

26. Woedend vertrok hij weer en stuurde boodschappers achter Abner aan. Ze moesten Abner zeggen dat hij terug moest komen. Ze haalden hem in bij de waterput Sira. Maar David wist er niets van.

27. Toen Abner in Hebron terugkwam, nam Joab hem in de poort apart. Hij deed alsof hij vertrouwelijk met hem wilde spreken. Maar hij stak zijn zwaard in Abners buik, zodat Abner stierf. Hij deed dat om wraak te nemen voor de dood van zijn broer Asaël.