BasisBijbel

2 Samuel 23:20-32 BasisBijbel (BB)

20. Verder was er Benaja, de zoon van Jojada, uit Kabzeël. Ook hij had geweldige dingen gedaan. Hij had de twee grote helden van Moab verslagen. Ook liet hij zich op een dag dat er sneeuw lag, in een kuil zakken en doodde daarin een leeuw.

21. Hij had ook een Egyptenaar gedood, een enorme man. De Egyptenaar had een speer in zijn hand. Maar Benaja ging met een stok op hem af en rukte de speer uit de hand van de Egyptenaar. Daarna doodde hij hem met zijn eigen speer.

22. Dit heeft Benaja gedaan.

23. Hij was één van de beroemdste van de 30 helden, maar niet zo beroemd als de eerste drie. David had hem aanvoerder van zijn lijfwacht gemaakt.

24. Asaël, de broer van Joab, hoorde bij de 30 helden. Verder Elhanan, de zoon van Dodo uit Betlehem, Samma en Elika uit Harod,

25. Helez uit Pelet, Ira de zoon van Ikes uit Tekoa,

26. Abiëzer uit Anatot,

27. Mebunnai uit Husa,

28. Zalmon uit Ahoha, Maharai uit Netofa,

29. Heleb de zoon van Baëna uit Netofa, Itai de zoon van Ribai uit Gibea van de stam van Benjamin,

30. Benaja uit Piraton, Hiddai uit de dalen van Gaäs,

31. Abialbon uit Bet-Araba, Azmavet uit Bahurim,

32. Eljachba uit Saälbim, Jonatan de zoon van Jasen,