BasisBijbel

2 Samuel 17:1-13 BasisBijbel (BB)

1. Achitofel zei tegen Absalom: "Laat mij vannacht nog met 12.000 mannen David achtervolgen.

2. Dan kan ik hem overvallen terwijl hij moe en moedeloos is. Hij zal bang worden en alle mensen die bij hem zijn, zullen vluchten. Zo hoef ik alleen de koning te doden.

3. De mannen die bij hem waren, zullen bij u terugkomen. Want als David dood is, kiest iedereen uw kant. Dan zal er weer vrede in het land zijn."

4. Absalom en de leiders van Israël vonden dit een goed plan.

5. Maar Absalom zei: "Roep ook Husai. Laten we ook horen wat híj te zeggen heeft."

6. Toen Husai bij Absalom kwam, zei Absalom tegen hem: "Dit-en-dit heeft Achitofel aangeraden. Zullen we doen wat hij zegt? Als jij een beter plan hebt, zeg het dan."

7. Husai zei tegen Absalom: "Achitofel heeft deze keer geen goede raad gegeven.

8. U weet dat uw vader en zijn mannen helden zijn. Bovendien zijn ze net zo woedend als een berin waarvan de jongen zijn gedood. Uw vader is ook nog eens een heel goed krijgsman. Hij zal het volk vannacht geen rust gunnen.

9. Hij houdt zich nu verborgen in een grot of bergkloof. Als Achitofel hen nu al overvalt, kunnen zij zich van daaruit gemakkelijk verdedigen. Achitofel zal door David verslagen worden. Dat zullen de mensen horen.

10. Dan zullen zelfs uw dapperste mannen alle moed verliezen. Want heel Israël weet dat uw vader een held is en dat er dappere mannen bij hem zijn.

11. Daarom raad ik u aan: verzamel eerst alle mannen uit heel Israël, vanaf Dan [ in het noorden ] tot aan Berseba [ in het zuiden ]. Vorm met hen een leger, zo ontelbaar als het zand bij de zee. Ga zelf met dat leger mee.

12. Dan zullen we hem met dat leger in zijn schuilplaats overvallen. We zullen ons op hem storten, zoals de dauw de aarde bedekt. Van al zijn mannen zal er niet één in leven blijven.

13. En als hij zich in een stad heeft teruggetrokken, zal heel Israël touwen brengen en om die stad slaan. Daarmee slepen we de hele stad mee. We werpen die stad in de rivier, zodat er zelfs geen steentje van overblijft."