BasisBijbel

2 Samuel 15:14-20 BasisBijbel (BB)

14. Toen zei hij tegen zijn dienaren in Jeruzalem: "We moeten snel voor Absalom vluchten. Want als hij zich haast, zullen we niet meer kunnen ontsnappen. Dan zal hij ons en de bewoners van de stad allemaal doden."

15. Ze antwoordden hem: "Zoals u wil. We zullen alles doen wat u zegt."

16. Toen vertrok de koning te voet uit het paleis, met al zijn mannen en dienaren. Maar hij liet tien van zijn bijvrouwen achter om op het paleis te passen.

17. Zo vertrok de koning uit de stad en al zijn mannen volgden hem.

18. Toen ze bij het Verre Huis kwamen, bleven ze staan. Al zijn mannen trokken langs hem heen. Ook zijn lijfwacht van Keretieten en Peletieten. Itai uit Gat had zich met 600 mannen bij hem aangesloten.

19. De koning vroeg hem: "Waarom zou jij ook met ons meegaan? Ga terug en blijf bij de [ nieuwe ] koning, want je bent een vreemdeling, gevlucht uit je eigen stad.

20. Je woont hier nog maar pas. Als je met ons meegaat, moet je wéér zwerven. Want ik moet vluchten en ik weet niet waar ik een veilige plaats zal vinden. Maar ga jij maar terug met je landgenoten. Het ga jullie goed!"