BasisBijbel

2 Samuel 10:6-15 BasisBijbel (BB)

6. De koning van de Ammonieten merkte dat hij David kwaad had gemaakt. Daarom huurde hij een leger van 20.000 Arameeërs uit Bet-Rechob en Zoba, 1000 mannen van de koning van Maächa en 12.000 mannen uit Tob.

7. Toen David dat hoorde, stuurde hij Joab er op af met het hele leger en alle helden.

8. De Ammonieten stelden hun leger op bij de ingang van de stadspoort. De Arameeërs van Zoba en Rechob en de mannen uit Tob en Maächa bleven in het veld.

9. Joab merkte dat hij van voren en van achteren aangevallen zou worden. Daarom koos hij de beste soldaten van Israël uit en zette hen tegenover de Arameeërs.

10. Zijn broer Abisaï wees hij aan als aanvoerder over de rest van de mannen. Abisaï stelde zijn deel van het leger op tegenover de Ammonieten.

11. Joab zei tegen Abisaï: "Als de Arameeërs te sterk voor mij zijn, dan kom jij mij helpen. En als de Ammonieten te sterk voor jou zijn, dan kom ik jou helpen.

12. Wees vastberaden en laat zien dat we ons volk en de steden van onze God goed verdedigen! Als de Heer het wil, zal Hij ons de overwinning geven."

13. Zodra Joab met zijn mannen de Arameeërs aanviel, sloegen deze voor hem op de vlucht.

14. Toen de Ammonieten zagen dat de Arameeërs op de vlucht sloegen, vluchtten zij voor Abisaï. Ze trokken zich terug in de stad. Toen ging Joab terug naar Jeruzalem.

15. De Arameeërs zagen dat ze door Israël verslagen waren. Maar ze verzamelden hun mannen opnieuw.