15. Absalom was intussen met zijn mannen, het hele leger van Israël, in Jeruzalem aangekomen. Achitofel was bij hem.
16. Toen Davids vriend Husai bij Absalom kwam, zei Husai tegen hem: "Leve de koning! Leve de koning!"
17. Absalom zei tegen Husai: "Is dát je trouw aan je vriend? Waarom ben je niet met hem meegegaan?"
18. Husai antwoordde: "Nee, ik wil horen bij de man die door de Heer en door dit volk is uitgekozen. Bij hem zal ik blijven.
19. En bovendien: wie ga ik dienen? Zijn zoon toch? Zoals ik uw vader heb gediend, zo zal ik ook u dienen."
20. Absalom zei tegen Achitofel: "Geef mij raad. Wat gaan we doen?"