BasisBijbel

2 Kronieken 6:7-14 BasisBijbel (BB)

7. En mijn vader David kreeg het plan om een tempel te bouwen voor de Heer, de God van Israël.

8. Toen zei de Heer tegen hem: 'Het is goed dat je voor Mij een tempel wil bouwen.

9. Maar niet jij zal deze tempel bouwen, maar je zoon. Híj zal voor Mij een tempel bouwen.'

10. En de Heer heeft gedaan wat Hij had beloofd. Want ik ben na mijn vader David koning van Israël geworden, zoals de Heer beloofd had. En ik heb deze tempel voor de Heer, de God van Israël, gebouwd.

11. Ik heb er de kist in gezet waar het verbond in ligt dat de Heer met de Israëlieten heeft gesloten."

12. Toen ging Salomo voor het altaar van de Heer staan, tegenover de Israëlieten die daar waren. Hij stak zijn armen op naar de hemel.

13. (Salomo had op het buitenplein een koperen podium laten neerzetten van 5 el [ (2,25 m) ] lang, 5 el breed en 3 el [ (1,35 m) ] hoog. Daar stond hij op, zodat iedereen hem kon zien.) Hij knielde met opgestoken armen neer en zei:

14. "Heer, God van Israël, er is in de hemel en op de aarde geen God zoals U. Want U houdt Zich aan uw verbond en U bent goed voor uw dienaren die met hun hele hart willen leven zoals U het wil.