BasisBijbel

2 Kronieken 34:7-10 BasisBijbel (BB)

7. Hij brak er alle altaren af, hakte de heilige palen om en sloeg de godenbeelden tot gruis. In het hele land hakte hij alle afbeeldingen van de zon om. Daarna ging hij terug naar Jeruzalem.

8. Toen hij 18 jaar koning was gaf hij ook aan Safan, de zoon van Azalia, en de stadsoverste Maäseja en de minister-president Joha, de zoon van Joahaz, de opdracht om de tempel van zijn Heer God te repareren.

9. Ze gingen naar de hogepriester Hilkia en gaven hem het geld dat de deurwachters hadden ontvangen van de stammen van Manasse en Efraïm. Ook het geld van de mensen die nog over waren van [ het koninkrijk ] Israël, en van heel Juda en Benjamin en van de bewoners van Jeruzalem.

10. Het was voor de opzichters die toezicht hielden op het werk van de mannen die de tempel van de Heer repareerden.