BasisBijbel

2 Kronieken 33:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Manasse was twaalf jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 55 jaar in Jeruzalem.

2. Hij leefde niet zoals de Heer het wil. Hij deed dezelfde vreselijke dingen als de volken die de Heer voor de Israëlieten uit het land had weggejaagd.

3. Hij bouwde de altaren weer op die zijn vader Hizkia had afgebroken. Hij bouwde weer altaren voor Baäl, zette heilige palen neer en aanbad de zon, de maan en de sterren.

4. Ook bouwde hij altaren in de tempel van de Heer, de plaats waarvan de Heer gezegd had dat Hij er voor eeuwig wilde wonen.

5. Hij bouwde altaren voor de zon, de maan en de sterren op de twee pleinen van de tempel van de Heer.

6. Hij offerde zelfs in het Ben-Hinnomdal zijn zonen als brand-offer. Hij hield zich bezig met toekomstvoorspellen, waarzeggerij en toverij. Hij ging naar waarzeggers en naar mensen die voor hem de geesten om raad moesten vragen. Hij deed heel veel dingen die de Heer had verboden. Daarmee maakte hij Hem kwaad.

7. Hij liet ook een stenen godenbeeld maken en zette dat neer in de tempel van God, ook al had God tegen David en tegen Davids zoon Salomo gezegd: 'In deze tempel wil Ik voor eeuwig wonen, hier in de stad Jeruzalem die Ik in heel Israël heb uitgekozen.