BasisBijbel

2 Kronieken 3:12-17 BasisBijbel (BB)

12. Van elke engel raakte de ene vleugel de muur en de andere vleugel raakte de vleugel van de andere engel. Elke vleugel was 5 el [ (2,25 m) ].

13. Samen waren de vleugels dus 20 el [ (9 m) ] lang. De engelen stonden op hun voeten, met hun gezicht naar de ingang.

14. Hij weefde een gordijn van blauw, rood en paars draad en fijn linnen. Daarop werden engelen afgebeeld.

15. Ook maakte hij voor de tempel twee pilaren van 35 el [ (15,75 m) ] hoog. Daarop stond een sierstuk van 5 el [ (2,25 m) ] hoog.

16. Hij maakte gedraaide kettingen (net zulke als hij in de allerheiligste kamer gegraveerd had) rond de bovenrand met daaraan 100 gouden granaatappels.

17. Hij zette de pilaren vóór de tempel neer, de één rechts van de ingang en de ander links van de ingang. De rechter pilaar noemde hij Jachin [ (= 'vastzetten') ], de linker pilaar noemde hij Boaz [ (= 'kracht') ].