BasisBijbel

2 Kronieken 24:6-16 BasisBijbel (BB)

6. Toen liet de koning de hogepriester Jojada bij zich komen. Hij zei tegen hem: "Mozes, de dienaar van de Heer, heeft opgeschreven dat iedereen die bij de getelden hoort, een vast bedrag aan de Heer moet geven. Vroeger werd dat gebruikt voor het onderhoud van de tent van ontmoeting. Waarom heb je er niet voor gezorgd dat de Levieten uit Juda en uit Jeruzalem dat bij de mensen gaan ophalen? [ Want ik wil dat geld gebruiken voor de tempel. ]

7. Want omdat Atalia zo slecht was, hebben haar zonen in de tempel van God ingebroken. Ze hebben zelfs alle heilige voorwerpen uit de tempel van de Heer gehaald. Ze hebben die gebruikt voor de aanbidding van Baäl."

8. De koning liet een kist maken. Die werd bij de poort van het huis van de Heer neergezet.

9. En hij liet in Juda en in Jeruzalem omroepen dat de mensen daarin het geld moesten doen dat ze aan de Heer moesten betalen, zoals Mozes dat had opgeschreven toen Israël nog in de woestijn was.

10. Iedereen kwam van harte geld in de kist doen, totdat die helemaal vol was.

11. Zodra de Levieten zagen dat er veel geld in de kist zat, brachten ze de kist naar de ambtenaren van de koning. Dan kwam de schrijver van de koning het geld tellen. Hij deed dat samen met een priester die namens de hogepriester kwam. De kist werd geleegd en weer op zijn plek gezet. Zo werd het elke dag gedaan. Er werd heel veel geld opgehaald.

12. De koning en Jojada gaven dat geld aan de opzichters die ze hadden aangesteld. De opzichters huurden daarmee steenhouwers, timmermannen, ijzersmeden en kopersmeden. Zij zouden de tempel van de Heer gaan repareren.

13. Iedereen ging aan het werk en het werk schoot goed op. Ze repareerden de tempel van God en maakten hem weer zoals hij er vroeger had uitgezien.

14. Toen ze klaar waren, brachten ze het geld dat over was naar de koning en Jojada. Daarvan werden allerlei voorwerpen gemaakt voor de tempel van de Heer: allerlei gouden en zilveren voorwerpen voor de dienst in de tempel en voor de offers. Zolang Jojada leefde, werden er aldoor offers gebracht in de tempel van de Heer.

15. De priester Jojada stierf oud en tevreden over zijn leven. Hij was toen 130 jaar.

16. Hij werd begraven in de 'Stad van David,' bij de koningen. Want hij had veel goeds gedaan voor het land, voor God en voor Gods tempel.