BasisBijbel

2 Kronieken 14:8-15 BasisBijbel (BB)

8. Asa had een leger met 300.000 mannen uit de stam van Juda, bewapend met schilden en speren, en 280.000 mannen uit de stam van Benjamin, bewapend met pijl en boog en een klein schild. Het waren allemaal dappere mannen.

9. Op een keer viel Zera uit Ethiopië Asa aan met een ontelbaar groot leger en 300 strijdwagens. Hij kwam tot bij Maresa.

10. Asa trok ook met zijn leger naar Maresa. In het Sefata-dal kwamen de legers tegenover elkaar te staan.

11. Toen riep Asa zijn Heer God om hulp. Hij zei: "Heer, U kan iedereen helpen. Het maakt voor U niet uit of hij een klein of een groot leger heeft. Help ons, Heer God! Want vol vertrouwen op U zijn we hier gekomen om te strijden tegen dit enorme leger. Heer, U bent onze God. U bent machtiger dan mensen!"

12. En de Heer zorgde ervoor dat het Ethiopische leger de strijd verloor van Asa en Juda. Het sloeg op de vlucht.

13. Asa achtervolgde het met zijn leger tot bij Gerar. Hij doodde zoveel mannen, dat ze niets meer tegen Asa konden beginnen. Ze werden volkomen verslagen door de Heer en zijn leger. Asa veroverde een enorme buit.

14. Ook veroverden ze alle steden in de buurt van Gerar. Dat lukte doordat de bewoners door de Heer in paniek gebracht waren. Asa's leger plunderde de steden helemaal leeg, want er was veel te halen.

15. Ook de tentenkampen van de herders overvielen ze. Ze namen grote aantallen schapen, geiten en kamelen mee. Daarna gingen ze naar Jeruzalem terug.