2 Kronieken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36

BasisBijbel

2 Kronieken 12 BasisBijbel (BB)

De koning van Egypte valt Juda aan

1. Toen Rehabeam machtig was geworden, verliet hij God. Hij hield zich niet meer aan de wet van de Heer. Daardoor verliet ook het volk de Heer.

2. Voor straf zorgde de Heer ervoor dat koning Sisak van Egypte Jeruzalem aanviel. Dat gebeurde toen koning Rehabeam vijf jaar koning was.

3. Koning Sisak kwam met 1200 strijdwagens, 60.000 ruiters en een ontelbaar groot aantal mannen te voet: Libiërs, Sukkieten en Ethiopiërs.

4. Hij veroverde de versterkte steden die bij Juda hoorden en rukte op tot aan Jeruzalem.

5. Toen ging de profeet Semaja naar Rehabeam en de aanvoerders van Juda. Zij waren samengekomen in Jeruzalem, vanwege de komst van Sisak. Hij zei tegen hen: "Dit zegt de Heer: Jullie hebben Mij verlaten. Daarom heb Ik nu júllie verlaten. Ik geef jullie in de macht van Sisak."

6. Toen gaven de koning en de aanvoerders toe dat ze verkeerd hadden gedaan tegen de Heer. Ze hadden echt spijt en zeiden: "De Heer heeft gelijk dat Hij dit doet."

7. Toen de Heer zag dat ze werkelijk spijt hadden, zei Hij tegen Semaja: "Ik heb gezien dat ze werkelijk spijt hebben. Daarom zal Ik hen nog net redden. Ik zal ervoor zorgen dat Sisak de bewoners van Jeruzalem niet zal doden.

8. Maar ze zullen hem wel moeten dienen. Dan zullen ze toegeven dat het beter is om Míj te dienen dan een aardse koning."

9. Koning Sisak van Egypte veroverde Jeruzalem. Hij nam alle schatten mee uit de tempel van de Heer en uit het paleis van de koning. Alles nam hij mee, ook de gouden schilden die Salomo had gemaakt.

10. Toen maakte koning Rehabeam in plaats daarvan koperen schilden. Die liet hij bewaken door de aanvoerder van de paleiswacht.

11. Elke keer als de koning naar de tempel van de Heer ging, droegen de soldaten van de wacht de koperen schilden. Daarna brachten ze de schilden weer terug naar de kamer van de wacht.

12. Omdat Rehabeam echt spijt had gehad, liet de Heer hem niet doden door Sisak. Ook in Juda zag Hij nog wel goede dingen.

13. Koning Rehabeam was een machtig koning. Hij was 41 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 17 jaar in Jeruzalem, de stad die de Heer had uitgekozen om daar te wonen. Zijn moeder was Naäma, uit Ammon.

14. Hij leefde niet zoals de Heer het wil, want hij hield niet van de Heer.

15. De rest van wat Rehabeam allemaal heeft gedaan, vanaf het begin van zijn regering tot aan het einde, is opgeschreven door de profeten Semaja en Iddo. Zij hebben ook de namenlijst van zijn familie opgeschreven. Er was aldoor oorlog tussen Rehabeam en Jerobeam.

16. Rehabeam stierf en werd begraven bij de andere koningen in de 'Stad van David'. Zijn zoon Abiam werd na hem koning van Juda.