BasisBijbel

2 Korintiërs 12:3-7 BasisBijbel (BB)

3. Hij kwam in het paradijs. (Ik weet niet of hij daar met lichaam en al was, of alleen met zijn geest – alleen God weet dat.)

4. Daar hoorde hij dingen die een mens niet onder woorden kan en mag brengen.

5. Over zo iemand wil ik opscheppen. Maar over mijn eigen persoon wil ik niet opscheppen. Behalve dan over mijn zwakke kanten.

6. Toch zou ik niet alleen maar dwaas zijn als ik opschepte. Want wat ik zou zeggen, zou wel de waarheid zijn. Maar ik zal niet opscheppen. Want ik wil niet dat de mensen mij belangrijk vinden door de dingen die ik over mijzelf zeg. Ze moeten mij alleen geloven door de dingen die ze zelf van mij zien en horen.

7. De duivel wil niet dat ik te veel verbeelding krijg door de dingen die de Heer mij heeft laten zien. Daarom heeft hij een 'scherpe doorn' in mijn lichaam gestoken. Met die 'doorn' bedoel ik een duivelse geest die mij met zijn vuisten stompt. Hij probeert mij klein te krijgen.