BasisBijbel

2 Korintiërs 12:10-16 BasisBijbel (BB)

10. Daarom ben ik blij met alle moeilijkheden, beledigingen, problemen, vervolging en ellende die ik meemaak omdat ik in Christus geloof. Want pas als ik zwak ben, ben ik sterk [ in de kracht van God ].

11. Nu heb ik opgeschept als iemand die zijn verstand kwijt is. Dat is jullie schuld, want eigenlijk hadden júllie mij moeten prijzen [ en niet ikzelf ]. Jullie hebben zelf gezien dat ik niets minder ben dan die 'geweldige' boodschappers van God, ook al ben ik helemaal niemand.

12. Want ik ben een echte boodschapper van God. Dat kunnen jullie zien aan al het geduld dat ik altijd heb gehad, wát er ook gebeurde. Ook aan alle wonderen die de Heer bij jullie heeft gedaan.

13. Waarin heb ik jullie dan minder goed behandeld dan de andere gemeenten? Alleen hierin, dat jullie mij niets mochten geven. Vergeef me dat ik zo oneerlijk ben geweest.

14. Ik sta nu klaar om voor de derde keer naar jullie toe te komen. En weer zal ik niets van jullie aannemen. Want ik kom niet voor jullie geld, maar voor jullie zelf. Want [ zo is het in het gezin ook: ] kinderen hoeven niet te sparen voor hun ouders, maar ouders sparen voor hun kinderen.

15. Ik vind het fijn om alles wat ik heb, voor jullie te gebruiken. Want jullie zijn mijn kinderen. Ik houd zoveel van jullie dat ik zelfs mijzelf aan jullie wil geven. Zelfs als jullie daardoor minder van mij zouden houden.

16. De mensen zien wel dat ik geen geld van jullie vraag. Toch zeggen sommigen over mij, dat ik jullie met bedrog heb gevangen.