BasisBijbel

2 Korintiërs 11:14-22 BasisBijbel (BB)

14. Maar dat is niets vreemds. Want de duivel zélf doet alsof hij een engel van het licht is.

15. Dan is het niet vreemd dat zijn dienaren ook doen alsof ze dienaren van de waarheid van God zijn. Maar aan het eind zullen ze hun verdiende loon krijgen voor wat ze doen.

16. Ik herhaal dus: denk niet dat ik mijn verstand kwijt ben als ik nu even ga opscheppen. Maar zelfs áls jullie dat denken, heb dan even geduld met een man die zijn verstand kwijt is. Dan kan ik óók even opscheppen.

17. Wat ik nu ga zeggen, zeg ik dus niet namens de Heer. Ik zeg het alleen alsof ik mijn verstand kwijt ben. Ik doe alsof ik óók vind dat ik mag opscheppen.

18. Want als zoveel mensen vinden dat ze kunnen opscheppen over aardse dingen, dan kan ik dat ook.

19. Luister dus even naar me. Want jullie hebben immers ook veel geduld met andere onverstandige mensen, omdat jullie jezelf zo wijs en verstandig vinden.

20. Want jullie vinden het wel best als iemand jullie tot zijn slaven maakt, jullie geld opgebruikt, jullie voor zich laat werken, over zichzelf opschept en jullie [ met zijn woorden ] in je gezicht slaat.

21. Ik schaam mij dat ik moet toegeven dat ik niet streng genoeg tegen jullie ben geweest. Maar toch, als zij durven op te scheppen – denk eraan, ik doe alsof ik mijn verstand kwijt ben – dan durf ik dat óók!

22. Zeggen zij dat ze Joden zijn? Dat ben ik ook. Zijn zij Israëlieten? Dat ben ik ook! Stammen zij van Abraham af? Dat doe ik ook!