BasisBijbel

2 Koningen 6:6-15 BasisBijbel (BB)

6. De profeet vroeg: "Waar is hij gevallen?" De man wees hem de plek aan. Elisa sneed een tak af en gooide die naar de plek. Toen kwam de bijl bovendrijven.

7. Elisa zei: "Pak hem maar." De man stak zijn hand uit en haalde de bijl uit het water.

8. De koning van Aram was in oorlog met Israël. Hij overlegde met zijn dienaren waar hij zijn leger zou opstellen.

9. Maar de profeet [ Elisa ] stuurde een boodschap naar de koning van Israël: "Pas op dat u niet naar die-en-die plaats gaat, want daar ligt het leger van de Arameeërs."

10. Toen stuurde de koning van Israël een leger naar de plaats die de profeet hem had genoemd, zodat de Arameeërs niets konden beginnen. Dit gebeurde niet één keer, maar meerdere keren.

11. De koning van Aram werd er ongerust over. Hij liet zijn mannen komen en zei: "Weten jullie wie van onze mannen ons steeds verraadt aan de koning van Israël?"

12. Eén van hen antwoordde: "Er is geen verrader, mijn heer de koning. Maar Elisa, de profeet van Israël, weet alles en vertelt dat aan de koning van Israël. Hij weet zelfs wat u in uw slaapkamer zegt!"

13. Toen zei de koning van Aram: "Zoek uit waar hij is. Dan zal ik hem gevangen laten nemen."

14. Toen hem verteld werd dat Elisa in Dotan was, stuurde hij een sterk leger van paarden en strijdwagens naar Dotan. 's Nachts omsingelden ze de stad.

15. Elisa's dienaar stond de volgende morgen vroeg op en ging naar buiten. Hij zag dat de stad omsingeld was door een groot leger van paarden en strijdwagens. Hij zei tegen Elisa: "Heer, wat moeten we doen?"