BasisBijbel

2 Koningen 6:1-12 BasisBijbel (BB)

1. Op een keer zeiden de profeten tegen Elisa: "Kijk eens, het huis waarin wij hier met u wonen is te klein voor ons allemaal.

2. Laten we naar de Jordaan gaan en daar allemaal een boom omhakken. Dan bouwen we daarmee een groter huis."

3. Elisa zei: "Dat is goed." Eén van hen zei: "Wilt u alstublieft met ons meegaan?"

4. Elisa ging met hen mee. Toen ze bij de Jordaan waren gekomen, hakten ze daar bomen om.

5. Toen één van hen zo met zijn bijl aan het hakken was, schoot het ijzer los van de steel en viel in het water. Hij slaakte een kreet en riep: "Mijn heer, dat is heel erg, want ik had de bijl geleend!"

6. De profeet vroeg: "Waar is hij gevallen?" De man wees hem de plek aan. Elisa sneed een tak af en gooide die naar de plek. Toen kwam de bijl bovendrijven.

7. Elisa zei: "Pak hem maar." De man stak zijn hand uit en haalde de bijl uit het water.

8. De koning van Aram was in oorlog met Israël. Hij overlegde met zijn dienaren waar hij zijn leger zou opstellen.

9. Maar de profeet [ Elisa ] stuurde een boodschap naar de koning van Israël: "Pas op dat u niet naar die-en-die plaats gaat, want daar ligt het leger van de Arameeërs."

10. Toen stuurde de koning van Israël een leger naar de plaats die de profeet hem had genoemd, zodat de Arameeërs niets konden beginnen. Dit gebeurde niet één keer, maar meerdere keren.

11. De koning van Aram werd er ongerust over. Hij liet zijn mannen komen en zei: "Weten jullie wie van onze mannen ons steeds verraadt aan de koning van Israël?"

12. Eén van hen antwoordde: "Er is geen verrader, mijn heer de koning. Maar Elisa, de profeet van Israël, weet alles en vertelt dat aan de koning van Israël. Hij weet zelfs wat u in uw slaapkamer zegt!"