BasisBijbel

2 Koningen 25:3-17 BasisBijbel (BB)

3. Er ontstond een grote hongersnood in de stad. Tenslotte was er niets meer te eten.

4. Op de negende dag van de vierde maand wist het leger van Babel 's nachts een gat in de stadsmuur te maken. Toen vluchtte koning Zedekia met zijn leger door de poort in de dubbele muur bij de paleistuin. Ze namen de weg naar de vlakte.

5. Het leger van de Babyloniërs dat rond de stad lag, zette de achtervolging in. Bij de vlakte van Jericho haalden ze koning Zedekia in. Zijn leger werd verjaagd.

6. De koning werd gegrepen en naar de koning van Babel in Ribla gebracht. Daar werd hij gestraft voor zijn opstand:

7. zijn zonen werden voor zijn ogen gedood. Daarna werd hij blind gemaakt en met koperen kettingen geboeid. Zo werd hij naar Babel gebracht.

8. Op de zevende dag van de vijfde maand (toen Nebukadnezar 19 jaar koning van Babel was) kwam Nebuzaradan naar Jeruzalem. Hij was de aanvoerder van de paleiswacht van de koning.

9. Hij stak de tempel van de Heer, het koninklijk paleis en de huizen van de rijke mensen in brand.

10. Hij liet zijn leger de muren van Jeruzalem afbreken.

11. Alle mensen die nog in de stad waren overgebleven nam hij mee naar Babel. Ook de mensen die naar de koning van Babel waren overgelopen nam hij mee.

12. Hij liet alleen de arme mensen achter. Zij moesten voor de wijngaarden en akkers zorgen.

13. De koperen pilaren in de tempel van de Heer en de grote koperen waskom brak hij in stukken. Al het koper daarvan nam hij mee naar Babel.

14. Ook alle koperen potten, scheppen, messen en schalen. Alles wat van koper was, nam hij mee.

15. Ook alle gouden en zilveren vuurpannen, offerschalen, en alle andere dingen van goud en zilver nam de aanvoerder van de paleiswacht mee naar Babel.

16. Er was zóveel koper dat het niet meer te wegen was. Het koper was van alle voorwerpen die Salomo voor de tempel van de Heer had laten maken. Dus de twee pilaren, de grote koperen waskom, de onderstellen daarvan en alle andere dingen.

17. Eén pilaar was 18 el [ (8,10 m) ] hoog. Daarop was een koperen sierstuk neergezet van 3 el [ (1,35 m) ] hoog. Daar omheen was een koperen net gemaakt, versierd met granaatappels. De andere pilaar was hetzelfde gemaakt.