BasisBijbel

2 Koningen 22:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Josia was acht jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 31 jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jedida. Ze was een dochter van Adaja. Ze kwam uit Bozkat.

2. Josia leefde zoals de Heer het wil, net zoals zijn voorvader David. Hij hield zich precies aan de wetten en leefregels van de Heer.

3. Toen Josia 18 jaar koning was, zei hij tegen de schrijver Safan (de zoon van Azalia, die een zoon was van Mesullam):

4. "Ga naar de tempel van de Heer. Zeg daar tegen de hogepriester Hilkia dat hij telt hoeveel geld de deurwachters van de mensen hebben gekregen voor de tempel van de Heer.

5. Hij moet dat geld geven aan de opzichters die toezicht houden op het werk aan de tempel van de Heer. Zij moeten daarmee de mensen betalen die de tempel van de Heer repareren:

6. de timmermannen, bouwers en metselaars. Ook moeten ze daarmee hout en stenen voor de reparaties kopen.

7. De opzichters zijn betrouwbare mannen. Daarom hoeven ze niet gecontroleerd te worden."