BasisBijbel

2 Koningen 17:2-12 BasisBijbel (BB)

2. Hij leefde niet zoals de Heer het wil, maar hij was niet zo slecht als de koningen die vóór hem over Israël hadden geregeerd.

3. Koning Salmaneser van Assur trok met zijn leger naar Samaria. Koning Hosea gaf zich aan hem over en moest hem voortaan belasting betalen.

4. Maar de koning van Assur ontdekte dat Hosea een samenzwering tegen hem had gesmeed. Daarom nam hij hem gevangen en zette hem geboeid in de gevangenis. Hosea had namelijk hulp gezocht bij koning So van Egypte. Ook betaalde hij geen belasting meer aan de koning van Assur, zoals in de jaren daarvoor.

5. Daarom trok koning Salmaneser met zijn leger dwars door Israël naar Samaria. Drie jaar lang hield hij de stad omsingeld.

6. Toen lukte het hem om de stad te veroveren. Salmaneser nam koning Hosea en de bewoners van Israël gevangen mee naar Assur. Ze moesten van hem in de steden Hala en Habor gaan wonen die langs de rivier de Gozan liggen, en in de steden van Medië. Hosea was toen negen jaar koning geweest.

7. Dit is allemaal gebeurd omdat de Israëlieten ongehoorzaam waren aan hun Heer God, die hen uit Egypte had bevrijd. Want ze waren andere goden gaan aanbidden.

8. En ze waren dezelfde slechte dingen gaan doen als de volken die de Heer voor Israël had weggejaagd. Ze hadden meegedaan met de slechte dingen die de koningen van Israël bedachten.

9. Ze hadden ook in het geheim allerlei dingen gedaan die de Heer niet goed vindt. En ze hadden overal altaren gebouwd, bij alle wachttorens, dorpen en steden.

10. Ze hadden allerlei godenbeelden en heilige palen neergezet op elke hoge heuvel en onder elke grote boom.

11. Daar hadden ze offers gebracht aan de afgoden. Net zoals de volken die de Heer voor hen had weggejaagd. Ze hadden de Heer heel erg kwaad gemaakt met de slechte dingen die ze deden.

12. Ze hadden afgoden aanbeden, terwijl de Heer duidelijk tegen hen gezegd had dat ze dat niet mochten doen.