BasisBijbel

2 Koningen 14:2-14 BasisBijbel (BB)

2. Hij was 25 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 29 jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Joaddan en kwam uit Jeruzalem.

3. Amazia leefde wel zoals de Heer het wil, maar niet helemaal zoals zijn [ voor ]vader koning David. Hij deed dezelfde dingen als zijn vader Joas.

4. Maar de altaren op de heuvels werden niet afgebroken: nog steeds bracht het volk offers op die altaren.

5. Toen Amazia machtig was geworden, liet hij de mannen doden die zijn vader hadden vermoord.

6. Maar hun zonen liet hij niet doden, omdat dat zo staat in het wetboek van Mozes. Daarin heeft de Heer bevolen: "De vaders mogen niet gedood worden voor wat hun kinderen hebben gedaan. Ook mogen de kinderen niet gedood worden voor wat hun vader heeft gedaan. Iedereen mag alleen voor zijn eigen misdaden worden gestraft."

7. Koning Amazia versloeg de Edomieten in het Zoutdal. Hij doodde 10.000 mannen in de strijd. Hij veroverde Sela en veranderde de naam van de stad in Jokteël. Zo heet die stad nu nog steeds.

8. Toen stuurde koning Amazia boodschappers naar koning Joas van Israël met de boodschap: "Laten we kijken wie van ons het sterkste is!"

9. Maar koning Joas antwoordde hem: "De distel op de Libanon stuurde een boodschap naar de cederboom op de Libanon: 'Mijn zoon wil graag met je dochter trouwen.' Maar de wilde dieren kwamen voorbij en vertrapten de distel.

10. U heeft Edom helemaal verslagen. Dat heeft u overmoedig gemaakt. Geniet van de overwinning en blijf thuis. Waarom zou u iets doen waardoor het slecht met uzelf en met Juda zal aflopen?"

11. Maar Amazia luisterde niet. Toen trok koning Joas van Israël met zijn leger naar Bet-Semes in Juda. Daar streed hij tegen koning Amazia van Juda om te zien wie het sterkste was.

12. Juda werd door Israël verslagen en iedereen vluchtte naar huis.

13. Koning Joas van Israël nam koning Amazia van Juda gevangen. Daarna trok Joas naar Jeruzalem en brak de muur van Jeruzalem af, vanaf de Efraïm-poort tot aan de Hoekpoort. Dat is een stuk van 400 el [ (180 m) ].

14. Hij nam al het zilver en goud en alle voorwerpen uit de tempel van de Heer mee. Ook haalde hij alle schatten uit de schatkamers van het koninklijk paleis. Met deze buit en een aantal gijzelaars ging hij terug naar Samaria.