BasisBijbel

2 Koningen 12:7-12 BasisBijbel (BB)

7. Daarom riep Joas de priester Jojada bij zich. Hij vroeg hem: "Waarom repareren jullie de tempel niet? We zullen het voortaan zó doen: het [ los ]geld [ plus de giften ] van familieleden en vrienden mogen jullie niet langer voor jezelf houden. Maar dan hoeven jullie niet zelf de tempel te repareren."

8. De priesters vonden het goed om het op deze manier te doen, omdat zij dan niet zelf het werk hoefden te doen.

9. De priester Jojada nam een kist, boorde een gat in het deksel en zette die kist naast het altaar, rechts van het altaar als je de tempel binnenkwam. Daar deden de priesters die deurwachter waren al het geld in dat in de tempel van de Heer werd gebracht.

10. Zodra ze zagen dat er veel geld in de kist zat, kwam de schrijver van de koning met de hogepriester. Ze haalden het geld uit de kist, telden het en deden het in geldzakken.

11. en

12. Ze wogen hoeveel het was en gaven het aan de opzichters die ze hadden aangesteld. De opzichters betaalden daarmee de timmermannen, bouwers, metselaars en steenhouwers die aan de tempel van de Heer werkten. Ook kochten ze er hout en stenen van waarmee alle kapotte delen in de tempel van de Heer werden gerepareerd. Het werd gebruikt voor alles wat er nodig was om het huis te repareren.