BasisBijbel

1 Timoteüs 5:1-12 BasisBijbel (BB)

1. Je zal af en toe ook streng moeten zijn tegen de mensen. Doe dat niet boos. Spreek tegen een oude man met respect, alsof hij je vader is. Spreek met jonge mannen alsof het je broers zijn,

2. met oude vrouwen alsof ze je moeder zijn, met jonge vrouwen alsof ze je zussen zijn. Doe het op een manier die past bij iemand die bij God hoort.

3. Zorg voor de weduwen die helemaal niemand meer hebben.

4. Maar als een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, moeten díe eerst aan hun eigen familie laten zien dat ze gelovigen zijn [ en dus voor haar zorgen ]. Door voor de oude mensen in hun familie te zorgen, bedanken ze de oude mensen voor wat deze vroeger voor hén hebben gedaan. Want dat wil God graag.

5. Een echte weduwe, dus één die helemaal alleen is, vertrouwt helemaal op God en bidt dag en nacht tot Hem.

6. Maar een weduwe die er maar op los leeft, is levend dood.

7. Leer ook deze dingen aan de mensen. Dan kunnen ze op de goede manier leven, zoals God het wil.

8. Maar als iemand niet voor zijn familie wil zorgen, niet eens voor de familieleden die bij hem in huis wonen, dan is hij geen echte gelovige. Hij is zelfs nog erger dan een ongelovige.

9. De volgende weduwen mag je opnemen in de groep die door de gemeente verzorgd wordt: vrouwen van 60 jaar of ouder die met maar één man getrouwd zijn geweest.

10. Er moet van hen bekend zijn dat ze hun kinderen goed hebben opgevoed, dat ze gastvrij zijn geweest, dat ze de gelovigen hebben gediend, dat ze mensen in moeilijkheden hebben geholpen en voor iedereen goed zijn.

11. Maar jonge weduwen moet je niet in die groep opnemen. Want als hun liefde voor Christus minder wordt, willen ze trouwen.

12. Dan zijn ze schuldig, omdat ze hun eerdere belofte aan Christus hebben verbroken.