BasisBijbel

1 Timoteüs 5:17-25 BasisBijbel (BB)

17. Leiders in de gemeente die op een goede manier leiding geven, hebben recht op veel respect [ en op een goed loon ]. Vooral de leiders die de mensen het goede nieuws vertellen en die lesgeven in het woord.

18. Want de Boeken zeggen: 'Je mag een os die in de oogst werkt, geen muilkorf omdoen. [ Hij moet onder het werken kunnen eten. ]' En er staat ook: 'Een arbeider heeft er recht op om beloond te worden voor zijn werk.'

19. Behandel een klacht over een leider van de gemeente alleen, als er twee of drie mensen zijn die kunnen zeggen dat het waar is.

20. En als hij inderdaad iets verkeerds heeft gedaan, moet je hem bestraffen waar iedereen bij is. Dan zullen de andere mensen ook ontzag hebben [ en zijn slechte voorbeeld niet volgen ].

21. Ik zeg je in de aanwezigheid van God, van Jezus Christus en van Gods engelen, dat je dit eerlijk moet doen, zonder dat je van tevoren je mening al klaar hebt over iets of iemand!

22. Leg niet zomaar iemand de handen op [ om hem te zegenen voor een bepaalde taak in de gemeente ]. Doe ook niet mee met de slechte dingen van anderen. Leef zoals God het wil.

23. Drink voortaan niet alleen maar water, maar ook een beetje wijn. Dat is beter omdat je zo vaak ziek bent en last hebt van je maag.

24. De ongehoorzaamheid van sommige mensen is zó duidelijk te zien, dat iedereen er al van weet vóór de dag van het oordeel. Bij andere mensen weet niemand er iets van. Dan wordt het pas later zichtbaar[ , op de dag van het oordeel ].

25. Op dezelfde manier zijn ook de goede daden van sommige mensen voor iedereen te zien. Maar de goede daden die niet door anderen worden gezien, zullen niet verborgen kunnen blijven [ maar ook zichtbaar worden op de dag van het oordeel ].