BasisBijbel

1 Tessalonicenzen 4:9-15 BasisBijbel (BB)

9. Ik hoef jullie niet meer te schrijven dat jullie van je broeders en zusters in Tessalonika moeten houden. Want dat hebben jullie zelf al van God geleerd.

10. En jullie houden ook van de broeders en zusters in heel Macedonië. Maar we moedigen jullie aan om nog meer van hen te houden.

11. Blijf ook rustig je werk doen. Ik wil dat jullie je eigen brood verdienen. Dat hebben we jullie al eerder gezegd.

12. Want dat is de goede houding tegenover de mensen die niet geloven. Zo hebben jullie niets van hen nodig.

13. Ik wil dat jullie weten wat er gebeurt met de mensen die sterven. Dan hoeven jullie niet verdrietig over hen te zijn, zoals de andere mensen. Die hebben geen hoop.

14. Maar wíj geloven dat Jezus is gestorven en weer uit de dood is opgestaan. Daarom weten we dat God ook de mensen die in Jezus geloofden toen ze stierven, weer met Jezus zal samenbrengen.

15. De Heer zegt hierover het volgende. De mensen die leven op het moment dat Jezus terugkomt, zullen niet eerder naar de Heer gaan dan de mensen die al zijn gestorven.