BasisBijbel

1 Tessalonicenzen 3:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Uiteindelijk konden we het niet langer uithouden [ geen nieuws van jullie te krijgen ]. Daarom besloten we om Timoteüs naar jullie toe te sturen. Zelf zou ik in Athene achterblijven.

2. Timoteüs is een dienaar van God. Hij is onze broeder en medewerker in het goede nieuws van Christus. Hij kwam jullie opbouwen en aanmoedigen in jullie geloof.

3. Want alleen als jullie een sterk geloof hebben, zullen jullie overeind kunnen blijven in alle moeilijkheden.

4. Toen ik bij jullie was, heb ik jullie al gewaarschuwd dat jullie het moeilijk zouden krijgen. Want moeilijkheden horen er nu eenmaal bij. En dat is ook gebeurd, zoals jullie weten.

5. Dat was ook de reden dat ik het niet langer kon uithouden zonder nieuws van jullie. En daarom heb ik Timoteüs gestuurd om te gaan kijken hoe het met jullie geloof ging. Ik wilde weten of de duivel jullie misschien had overgehaald om het geloof los te laten. Dan zouden we voor niets zo hard voor jullie hebben gewerkt.

6. Timoteüs is inmiddels bij ons teruggekomen. Hij bracht ons goede berichten over jullie geloof en jullie liefde. Hij vertelde ook dat jullie vaak aan mij denken. Hij zei dat jullie er erg naar verlangen om mij weer te zien, net zoveel als ik ernaar verlang om júllie weer te zien.

7. Jullie geloof heeft mij heel erg bemoedigd in al mijn moeilijkheden, broeders en zusters. Ik heb er weer moed door gekregen.

8. Want nu weet ik dat jullie stevig vasthouden aan jullie geloof in de Heer. Daardoor heb ik weer rust.