BasisBijbel

1 Tessalonicenzen 2:15-20 BasisBijbel (BB)

15. De Joden hebben hun eigen profeten én de Heer Jezus gedood. Ons hebben ze heel erg vervolgd. God is niet blij over hen. Ze gedragen zich als vijanden [ van God en ] van de mensen.

16. Want ze werken ons tegen. Ze willen niet dat we de niet-Joodse volken vertellen hoe ze gered kunnen worden. Op die manier zijn ze ongehoorzaam aan God. Maar op een dag zal voor God de maat vol zijn. Dan zal Hij hen daarvoor straffen.

17. Broeders en zusters, we zijn al een poos niet bij jullie geweest (ook al was ons hart wel bij jullie!). Daarom verlangen we er erg naar om weer naar jullie toe te komen.

18. Wij, of liever: ik, Paulus, heb dat al een paar keer geprobeerd. Maar de duivel wist ons tegen te houden.

19. Op wie zijn we trots en over wie zijn we blij als onze Heer Jezus terugkomt?

20. Jullie toch zeker? Ja, we zijn trots op jullie en blij met jullie. (lees verder)