BasisBijbel

1 Samuel 4:12-22 BasisBijbel (BB)

12. Een man uit de stam van Benjamin rende van het slagveld naar Silo. Hij kwam daar nog dezelfde dag aan. Hij had zijn kleren gescheurd en aarde op zijn hoofd gedaan [ als teken van verdriet ].

13. Eli zat op zijn stoel aan de kant van de weg op nieuws te wachten. Hij was erg ongerust over de kist van God. Toen de man de stad binnenkwam en het nieuws vertelde, schreeuwden de bewoners van de stad het uit van ontzetting.

14. Eli hoorde het en vroeg: "Waarom wordt er zo geschreeuwd?" De man ging haastig naar Eli en vertelde hem het nieuws.

15. Eli was 98 jaar oud en hij was blind van ouderdom.

16. De man zei tegen Eli: "Ik ben net van het slagveld gevlucht." Eli vroeg: "Wat is er gebeurd, mijn zoon?" De boodschapper antwoordde:

17. "Israël is voor de Filistijnen op de vlucht geslagen. We hebben de strijd verloren en heel veel mannen zijn gedood. Ook uw twee zonen, Hofni en Pinehas, zijn dood. En de kist van God is als buit meegenomen."

18. Toen de man zei wat er met de kist van God was gebeurd, viel Eli daar bij de poort achterover van zijn stoel. Doordat hij oud en zwaar was, brak hij zijn nek en stierf. Hij was 40 jaar leider van Israël geweest.

19. De vrouw van Pinehas was in verwachting en haar kind moest al bijna geboren worden. Toen ze hoorde dat de kist van God als buit was meegenomen en dat haar man en zijn vader allebei dood waren, kreeg ze weeën en het kind werd geboren.

20. Het was een moeilijke bevalling en ze zou sterven. De vrouwen die haar waren komen helpen, zeiden: "Je kan gerust zijn, want je hebt een zoon gekregen." Maar ze antwoordde niets en liet zich niet bemoedigen.

21. en

22. Ze noemde het kind Ikabod [ (= 'de eer is weggenomen') ]. "Want," zei ze, "de eer is uit Israël weggenomen." Dat zei ze omdat de kist van God als buit was meegenomen en omdat haar man en zijn vader allebei dood waren.