BasisBijbel

1 Samuel 30:19-26 BasisBijbel (BB)

19. De mannen misten niemand. Alle vrouwen, zonen en dochters waren er. Ook ontbrak er niets van de buit. Ze brachten alles terug naar Ziklag.

20. Ook namen ze de schapen, geiten en koeien mee. Ze dreven al het vee voor zich uit en zeiden: "Dit is Davids buit."

21. David en zijn mannen kwamen terug bij de beek Besor. De 200 mannen die ze daar hadden achtergelaten omdat ze te uitgeput waren geweest om met hem mee te gaan, kwamen hun tegemoet. David begroette hen.

22. Een paar van de mannen die bij David hoorden, waren schurken. Ze zeiden tegen David: "Zij zijn niet met ons meegegaan, dus ze krijgen niets van de buit! Ze krijgen alleen allemaal hun vrouw en kinderen terug en daarna moeten ze wegwezen!"

23. Maar David zei: "Dat doen we niet, vrienden! Want de Heer heeft ons deze buit geven. Hij heeft ons beschermd. Hij heeft de bende die ons had overvallen, in onze macht gegeven.

24. Niemand zal het met jullie eens zijn. Nee, de mannen die bij de spullen zijn achtergebleven, krijgen evenveel van de buit als de mannen die meegevochten hebben. Alles wordt eerlijk verdeeld."

25. Sindsdien is het een gewoonte in Israël om op die manier de buit te verdelen.

26. David ging naar Ziklag terug. Hij stuurde een deel van de buit naar de leiders van Juda die met hem bevriend waren. Hij liet tegen hen zeggen: "Hier is voor jullie een deel van de buit die de Heer ons heeft gegeven."