BasisBijbel

1 Samuel 26:6-9 BasisBijbel (BB)

6. Toen zei David tegen de Hetiet Achimelech en tegen Abisaï (Abisaï was de zoon van [ Davids zus ] Zeruja en de broer van Joab): "Wie van jullie gaat met me mee naar Saul in het kamp?" Abisaï zei: "Ik ga met je mee."

7. Die nacht sloop David met Abisaï het kamp van Saul in. Saul lag midden in het kamp te slapen. Zijn speer had hij bij zijn hoofd in de grond gestoken. Abner en de soldaten lagen om hem heen.

8. Toen zei Abisaï tegen David: "Vandaag heeft God je vijand in je macht gegeven. Laat mij hem met zijn eigen speer aan de grond spietsen. Hij zal op slag dood zijn."

9. Maar David zei tegen Abisaï: "Dood hem niet. Je kan niet ongestraft de gezalfde van de Heer doden.