BasisBijbel

1 Samuel 25:37-44 BasisBijbel (BB)

37. Maar de volgende ochtend, toen Nabal zijn roes had uitgeslapen, vertelde zijn vrouw hem alles. Zijn hart bleef stilstaan en hij lag als een steen in bed.

38. Na ongeveer tien dagen doodde de Heer hem.

39. Toen David hoorde dat Nabal dood was, zei hij: "Prijs de Heer. Hij is Rechter geweest over Nabal die mij zo slecht heeft behandeld. Prijs de Heer dat Hij mij heeft tegengehouden toen ik verkeerd wilde doen, en dat Hij Zelf Nabal heeft gestraft voor wat hij gedaan heeft." Daarna stuurde David boodschappers naar Abigaïl om haar te zeggen dat hij met haar wilde trouwen.

40. Ze kwamen bij Abigaïl in Karmel en zeiden tegen haar: "David heeft ons gestuurd om je te zeggen dat hij graag met je wil trouwen."

41. Ze stond op, boog zich diep en zei: "Ik wil zelfs wel de slavin zijn die de voeten van de knechten van mijn heer wast."

42. Daarna ging Abigaïl haastig op haar ezel mee met de boodschappers van David. Ze nam vijf van haar dienaressen mee en werd zijn vrouw.

43. David had nu twee vrouwen, want hij was ook met Ahinoam uit Jizreël getrouwd.

44. Maar Saul had zijn dochter Michal, de vrouw van David, aan Palti gegeven, de zoon van Laïs uit Gallim.