BasisBijbel

1 Samuel 20:36-41 BasisBijbel (BB)

36. En hij zei tegen de jongen: "Ren! Zoek de pijlen die ik afschiet." Zodra de jongen wegliep, schoot hij een pijl over hem heen.

37. Toen de jongen bij de plek kwam waar de pijl was neergekomen, riep Jonatan naar hem: "De pijl ligt toch verder weg?"

38. Toen de jongen verder liep, riep hij hem na: "Vlug, schiet op, blijf niet staan!" De jongen raapte de pijl op en kwam bij zijn heer terug.

39. De jongen wist van niets. Alleen Jonatan en David wisten waar het over ging.

40. Jonatan gaf zijn wapens aan de jongen en zei hem: "Breng mijn wapens terug naar de stad."

41. De jongen vertrok. Toen kwam David aan de zuidkant tevoorschijn, viel op zijn knieën voor Jonatan neer en boog zich drie keer voor hem. Ze omhelsden elkaar huilend, tot David zich losmaakte.