BasisBijbel

1 Samuel 2:5-20 BasisBijbel (BB)

5. Wie eerst genoeg te eten hadden,moeten zich nu als knecht verhuren voor brood.Maar wie honger hadden,hebben het nu goed.Een vrouw die geen kinderen kon krijgen,krijgt zelfs zeven kinderen.Maar een vrouw die veel kinderen heeft,kan er nu geen meer krijgen.

6. De Heer doodten de Heer brengt weer tot leven.Hij stuurt mensen naar het dodenrijk,en haalt mensen terug uit de dood.

7. De Heer maakt arm, en Hij maakt rijk.Sommige mensen vernedert Hij,andere eert Hij juist.

8. Hij tilt onbelangrijke mensen op uit het stof.Arme mensen tilt Hij op uit de modder.Daarna zet Hij hen bij de belangrijke mensenen geeft Hij hun een ereplaats. Want de fundamenten van de aarde zijn van de Heer.Hij heeft de aarde daarop neergezet.

9. Hij beschermt het leven van zijn vrienden.Maar mensen die zich niets van Hem aantrekken,sterven in het duister.Want niet door zijn eigen kracht is een mens sterk.

10. Mensen die niet naar de Heer willen luisteren,worden gebroken.Met een stem die dreunt als de donderspreekt Hij tot hen vanuit de hemel.De Heer spreekt recht over de hele aarde.Hij maakt zijn koning machtig.De man die Hij uitgekozen en gezalfd heeft, maakt Hij sterk."

11. Toen ging Elkana terug naar Rama. Maar de jongen bleef bij Eli in Silo om de Heer te dienen.

12. Maar de zonen van Eli waren slecht. Ze trokken zich helemaal niets aan van de Heer. Ook niet van de wetten voor de priesters.

13. Steeds als iemand een vlees-offer kwam brengen, kwam de knecht van de priester zodra de mensen het vlees gingen koken.

14. Hij stak dan een grote vork in de pot, pan of ketel. Alles wat aan de vork naar boven kwam, nam hij mee voor de priester. Dat deden ze bij alle Israëlieten die daar in Silo kwamen.

15. Zelfs nog vóórdat de mensen het vet hadden verbrand, kwam de knecht van de priester en zei tegen de man die het vlees-offer bracht: "Geef de priester een stuk vlees om te braden. Hij wil geen gekookt vlees. Geef me dus een rauw stuk."

16. Als de man dan antwoordde: "Eerst moet het vet worden verbrand. Daarna mag je zoveel meenemen als je wil," dan zei de knecht: "Geef het nu onmiddellijk, anders neem ik het met geweld."

17. De Heer vond het heel erg wat Eli's zonen deden. Want daardoor hadden de mensen geen ontzag meer voor de offers van de Heer.

18. Samuel diende de Heer in het heiligdom. Hij was nog maar een jongen en droeg eenvoudige linnen kleren .

19. Elk jaar maakte zijn moeder nieuwe kleren voor hem. Die bracht ze mee als ze met haar man meeging om het jaarlijkse vlees-offer te brengen.

20. Dan zegende Eli Elkana en zijn vrouw en zei: "Ik bid dat de Heer jullie nog meer kinderen zal geven, in de plaats van deze jongen die ze van de Heer gekregen heeft." Daarna gingen ze weer naar huis terug.