BasisBijbel

1 Samuel 19:8-13 BasisBijbel (BB)

8. Toen de Filistijnen opnieuw aanvielen, ging David er met zijn leger op uit en streed tegen hen. Hij was veel sterker dan zij en ze moesten voor hem vluchten.

9. Maar de duivelse geest die door de Heer gestuurd was, kwam weer over Saul. Hij zat thuis, met zijn speer in de hand. David speelde voor hem op de harp.

10. Toen probeerde Saul om David met de speer aan de muur te spietsen. Maar David dook snel opzij, zodat de speer in de muur kwam. Hij vluchtte en wist die avond te ontsnappen.

11. Toen stuurde Saul soldaten naar Davids huis. Ze moesten daar de wacht houden en hem 's morgens doden [ als hij naar buiten kwam ]. Maar Michal, de vrouw van David, zei tegen David: "Als je vannacht niet vlucht, zul je morgen worden gedood."

12. En ze liet hem door een raam naar beneden zakken. Hij vluchtte en ontsnapte.

13. Toen legde Michal een [ goden ]beeld op het bed, sloeg er een deken overheen en legde een vacht van geitenhaar op het hoofd ervan.