BasisBijbel

1 Samuel 17:27-32 BasisBijbel (BB)

27. Ze gaven hem hetzelfde antwoord als wat hij de anderen al had horen zeggen.

28. Toen Eliab, Davids oudste broer, David met de mannen hoorde praten, werd hij boos op hem. Hij zei: "Waarom ben je eigenlijk gekomen? Bij wie heb je dat handjevol schapen achtergelaten daarginds in de wildernis? Ik weet wel dat je overmoedig en stiekem bent. Je bent alleen maar gekomen om de strijd te zien."

29. Maar David zei: "Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik had toch een reden om te komen?"

30. Toen draaide hij zich om naar iemand anders en vroeg hem hetzelfde. En de mannen gaven hem steeds hetzelfde antwoord.

31. De mannen hoorden wat David zei en vertelden het aan Saul. Toen liet Saul hem halen.

32. David zei tegen Saul: "Laat niemand de moed verliezen door die Filistijn. Ik zal met hem vechten."