BasisBijbel

1 Samuel 15:31-35 BasisBijbel (BB)

31. Toen ging Samuel met Saul terug. En Saul boog zich neer voor de Heer.

32. Toen zei Samuel: "Breng koning Agag bij mij." Vol goede moed ging Agag naar hem toe. Hij dacht: "Nu hoef ik niet meer bang te zijn dat ik gedood zal worden."

33. Maar Samuel zei: "Zoals uw zwaard vrouwen kinderloos maakte, zo zal vandaag uw moeder kinderloos worden." Toen hakte Samuel Agag in stukken bij de Heer in Gilgal.

34. Samuel ging naar Rama en Saul ging terug naar zijn huis in Gibea.

35. Samuel zag Saul niet meer tot de dag van zijn dood. Hij was erg bedroefd over hem. En de Heer had er spijt van dat Hij Saul als koning van Israël had aangewezen.