BasisBijbel

1 Samuel 15:14-24 BasisBijbel (BB)

14. Maar Samuel zei: "Hoe kan het dan dat ik schapen en geiten hoor blaten en koeien hoor loeien?"

15. Saul zei: "Die hebben ze uit Amalek meegebracht. Ze hebben de beste schapen, geiten en koeien in leven gelaten om daarvan aan uw Heer God offers te brengen. Maar de rest hebben we gedood."

16. Toen zei Samuel tegen Saul: "Zwijg, dan zal ik u zeggen wat de Heer vannacht tegen mij gezegd heeft." Saul zei: "Zeg het."

17. Samuel zei: "Toen u uzelf nog een volkomen onbelangrijk mens vond, heeft de Heer u het hoofd van alle stammen gemaakt. Hij heeft u tot koning van Israël gezalfd!

18. Nu heeft de Heer u op weg gestuurd met het bevel: 'Ga en dood die slechte mensen, de Amalekieten. Val hen aan en dood alles en iedereen.'

19. Waarom heeft u niet gedaan wat de Heer gezegd had? Waarom heeft u zich op de buit gestort en bent u Hem ongehoorzaam geweest?"

20. Toen zei Saul tegen Samuel: "Ik heb wél gedaan wat de Heer gezegd heeft. Ik heb Hem gehoorzaamd. Koning Agag heb ik meegebracht, maar de Amalekieten heb ik allemaal gedood.

21. Maar mijn mannen namen van de buit de beste schapen, geiten en koeien mee om aan uw Heer God offers te brengen in Gilgal."

22. Maar Samuel zei: "Geniet de Heer dan net zoveel van brand-offers en vlees-offers als van gehoorzaamheid? Gehoorzaamheid is beter dan vlees-offers. Doen wat Hij zegt is beter dan geofferd schapenvet.

23. Luister goed: ongehoorzaamheid is [ net zo erg als ] toverij. Eigenwijsheid is [ net zo erg als ] het aanbidden van afgoden. Omdat u het bevel van de Heer aan de kant heeft geschoven, heeft de Heer ú aan de kant geschoven. U zal niet langer koning zijn."

24. Toen zei Saul tegen Samuel: "Ik geef toe dat ik verkeerd gedaan heb. Ik heb niet gedaan wat de Heer gezegd had. Maar ik was bang voor mijn mannen. Daarom heb ik gedaan wat ze vroegen.